SO
In aanvulling op de huisartsenzorg bieden de specialisten ouderengeneeskunde van ONUe verschillende vormen van behandeling:

Consult In een (intercollegiaal) consult beantwoordt de SO een vraag van de huisarts over een patiënt. De huisarts kan vragen om een (behandel)advies zonder dat een volledig geriatrisch assessment uitgevoerd wordt. Een consult met bijbehorend advies leent zich met name goed voor diagnostische dilemma’s, bijvoorbeeld rondom vragen over genezing, herstel of preventie of de werking van medicatie bij deze doelgroep. Ook een wilsbekwaamheidsbeoordeling of advies over in te zetten zorg kan in een consult worden geleverd. Een consult kan zowel fysiek (bij de patiënt thuis, in de huisartsenpraktijk) als telefonisch (tussen huisarts en SO) plaatsvinden. Ook kan de SO als consulent participeren in multidisciplinaire overleggen of een vroegsignalering van kwetsbare ouderen. 

Consult polyfarmacie Wanneer de SO wordt ingeschakeld bij polyfarmacie (medicatiereview) voert hij een medicatieanamnese (farmacotherapeutische anamnese) en onderzoek (farmacotherapeutische analyse) uit bij de patiënt. Wanneer dat nodig is overleg de SO met de betreffende apotheek. Dit resulteert in een advies (farmacotherapeutisch behandelplan) aan de patiënt en de huisarts.  

Consult geriatrisch assessment Het doel van de inzet van de SO door middel van een geriatrisch assessment is inzicht krijgen in de problematiek en de zorgvraag van de patiënt. Het is een uitgebreid onderzoek naar somatische, psychische, functionele (ADL), sociale en communicatieve zorgvragen bij de cliënt die leiden tot een neerwaartse spiraal van functieverlies en toegenomen afhankelijkheid. Een meer gedetailleerde omschrijving van het geriatrisch assessment is te vinden in de handreiking Geriatrisch assessment door de SO van Verenso. De SO voert deze diagnostiek bij voorkeur bij de patiënt thuis uit en maakt daarbij ook gebruik van reeds beschikbare informatie (bijvoorbeeld bij de praktijkondersteuner van de huisarts). Afhankelijk van de bevindingen kan de SO (para)medici en/of psycholoog inzetten, als onderdeel van het geriatrisch assessment, om aanvullende diagnostiek uit te voeren. Het resultaat van een geriatrisch assessment is een (vaak multidisciplinair) behandelplan met behandeldoelen die in samenspraak met de patiënt en dienst omgeving zijn opgesteld. De huisarts voert in principe de verdere behandeling uit tenzij de SO anders adviseert (tijdelijk medebehandeling, opname, ect.)

Medebehandeling Na een consult of geriatrisch assessment waarin de SO een behandeladvies geeft, kunnen huisarts en SO overeenkomen dat de SO het behandelplan uitvoert. Dit ligt voor de hand wanneer voor de uitvoering de inhoudelijke expertise van de SO noodzakelijk is, dit is een inhoudelijke en professionele afweging. Medebehandeling kan van korte of lange duur zijn en kan het hele of een deel van het behandelplan beslaan, dit spreken huisarts en SO onderling af. Deze afspraken maken onderdeel uit van het zorgbehandelplan met zorginterventies, inclusief consulten en visites, multidisciplinair overleg en herijking van het zorgplan. De SO is medisch verantwoordelijk voor de specifiek overeengekomen behandeling.

Indien de SO in de behandeling nut of noodzaak ziet tot het inschakelen van een andere behandelaar (bijvoorbeeld psycholoog, de fysiotherapeut of ergotherapeut), dan gaat dit in overleg met de huisarts. De huisarts is in principe de verwijzer tenzij anders afgesproken. Wanneer de specialist ouderengeneeskunde medicatie wil inzetten geeft deze dit aan bij de huisarts, die dan voorschrijft.

 

Psycholoog
De psycholoog kan ingeschakeld worden bij hulpvragen met betrekking tot:

·         Gedrag

·         Cognitie

·         Stemming en angst

·         Coping en interactie met het systeem

Multidisciplinair werken staat hierbij centraal, de samenwerking met u als huisarts en de SO is essentieel. Daarnaast is het mogelijk om een casemanager, fysiotherapeut of ergotherapeut te betrekken. Er is oog voor systemische componenten bij de patiënt en zijn of haar naasten. De aanpak wordt afgestemd op de specifieke cliëntkenmerken.

Middelen die ingezet kunnen worden door de psycholoog zijn:

(Neuro)psychologisch onderzoek
Naar cognitie, stemming, angst, IQ, etcetera.

Psycho-educatie
Aan de cliënt, mantelzorgers en/of betrokken professionals.

Kortdurende individuele psychologische behandeling
Bijvoorbeeld gericht op kwaliteit van leven, stemming, angst, interactieproblemen of leren omgaan met chronische ziekte en zorgafhankelijkheid.

Mediatieve gedragstherapie
Beïnvloeding gedragsproblemen, stemmings-problemen of angst via mantelzorgers en/of verzorgenden/thuiszorg. 

Diagnostiek naar cognitieve problemen bij laagopgeleiden, analfabeten en anderstaligen
Marokkaans, Turks, Hindoestaans en Sranantongo.